dien vinden wij nog vaak naast het gekapte bosch de rest van de boschflora terug in de heg. En dan is deze zelfs waard beschermd te worden. Ons land is klein en daarom dienen wij ook met kleine reservaten zuinig om te springen. Want juist de heggen zijn in ons land vaak resten van „wat er vroeger in het wild groeide en bloeide". Natuurlijk valt daaronder niet de kaarsrechte ligusterheg of meidoornheg, maar wel de aaneenrij ging van allerlei struiken, heesters en boomen. En niet alleen de natuur liet hier haar sporen na, aan een landschap met heggen leert men ook iets omtrent de bewoners van dat stuk grond. In Zuid Limburg bij voorbeeld is een heg niet „vijandig" aan een wandelaar. Hagen zijn daar nooit heel dicht en geven niet sterk den indruk van „verboden toegang", zooals dat elders in ons land wel vaak het geval is. Zoo leeren de heggen in ons land ons niet slechts de struiken kennen, maar openbaren zij ook iets omtrent den aard van den grond en zijn bewoners.

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1946 | | pagina 62