van de blaadjes en dan tevens de groene bloemkatjes
opmerkt en bewondert. Maar zoo prachtig als elzen- en
wilgenbloei is de eikenbloei toch nooit.
Ook de berk met zijn witten beschubden stam en sier
lijk takkenstelsel valt niet op door den bloei, al is op
gunstige plaatsen de boom soms van onder tot boven
met een vracht katjes beladen. Eigenlijk is de berk in
ons land op de zooveelste plaats terecht gekomen. Hij
doet dienst als beplanting langs weggetjes en laantjes,
komt voor in brandsingels ofslaat als onkruid uit
den grond op. Dat hij dit laatste doen kan is toch wel
veel waard en beteekent, dat hij hier thuis hoort en
meer plaats zou innemen als men hem zijn gang liet
gaan. In Noord Europa vormt hij dan ook groote
bosschen.
Ook ons land kent, of liever, kende het berkenbosch, de
zware gekapte stammen, de enkele reus in de duinen
zijn daar het bewijs van en er zijn daar nog plekken
genoeg waar wij de berken bijeen vinden in boschver-
band met een prachtigen ondergroei van zenegroen,
viooltjes, aardbeien en, als het er voldoende vochtig is,
Pirola en orchideeën. Vroeger schijnen deze berkenbos-
schen in de duinen, die als hakhout werden behandeld,
als brandhoutreservoir te hebben gediend, tegenwoor
dig gaat de berk overal in het duingebied achteruit.
De jonge opslag heeft het er hard te verduren en de
volwassen boomen gaan op veel plaatsen dood. Of de
daling van het grondwater hier de schuld van is? Een
berk is zeker niet kieskeurig; hij is met betrekkelijk
slechten grond tevreden en kan ook wel wat droogte
verdragen. Proeven hebben zelfs aangetoond, dat bij
daling van het grondwater de wortels mee omlaag
groeien. Gaat dit echter te snel in zijn werk en krijgt de
berk tot overmaat van ramp een paar droge winters te
verwerken, dan ziet het er slecht voor hem uithij kan
dan uit den bodem niet meer datgene halen wat hij
noodig heeft en gaat dood. Berkenzaad heeft bovendien
28