"3
had van buren. Met liet hem groeien zooals hij wilde,
waardoor de lage stam en de breede ongesnoeide kruin
ontstonden. Ook meidoorns werden voor dit doel wel
aangebracht. Gelukkig heeft men hen laten staan en
genieten we nu van deze prachtige boomen in het
bouwland. Ook in het Gooi heeft men vroeger zulke
grensboomen gekend, maar het gebeurde natuurlijk
wel dat zulk een boom in hoogen ouderdom bezweek
of werd gekapt. Zeer oude lieden, uit de streek af
komstig waar de boom had gestaan, moesten dan de
plek aanwijzen waar hij groeide om de grens aan te
kunnen wijzen. Zoo gaat het verhaal dat Fran<jois de
Lautere, schout van „de Vuursche", 80 jaren oud op
„verbeuren van zijn hals" verklaren moest, dat hij wist
waar de „beukeboom op de Vuursche" had gestaan.
Inderdaad verklaarde hij dat hij de plek wist en het
hout in 8 wagens had zien wegrijden.
Maar niet alle eenzame oude boomen zijn natuurlijk
zulke grensboomen. Er zijn er onder die uit een rij op
natuurlijke wijze gespaard bleven of die door de
menschen werden beschermd. In roomsche landen zal
men meer van deze boomen vinden dan in protestante,
omdat vaak aan den boom een kapelletje was verbon
den en hij daardoor meerdere bescherming genoot. In
de jaargangen 1934, '35 en '36 van het Tijdschrift der
Nederlandsche Heidemaatschappij zijn een aantal
foto's met nauwkeurige beschrijvingen van eiken en
beuken opgenomen. Van een der eiken, de nu 190-
jarige Treeker eik, op het landgoed de Treek in Leus
den, bezit men een 120-jarige meetband, omdat in 1813
de toenmalige eigenaar van het landgoed er toe kwam
aandacht aan dezen boom te schenken. In 1856 door
stond de reus de zwaarste storm die ooit rondom zijn
takken woedde. De bodem was reeds hier en daar los
gescheurd en met man en macht, paard en kar bracht
men op den bewegenden bodem zakken zand en puin
8