want al kan een eik een ouderdom van 300 a 400 jaren
bereiken en er zeer eerbiedwaardig en afgeleefd uit
zien, oude Germanen heeft hij toch nooit ontmoet.
Toch bevatten deze verhalen wel een kern van waar
heid en is het inderdaad heel goed mogelijk dat onze
voorvaderen vergaderden in de buurt van de voor
vaderen van onze eiken. De Germanen wijdden den
boom aan hun oppergod en hielden hun plechtigheden
en rechtszittingen onder anderen onder zijn gastvrije
kroon. Ook later bleef men hem in eere houden en
plantte men hem overal aan ter herinnering aan een
of ander heugelijk feit. Merkwaardig was het wel dat
men daarvoor in bebouwde streken, in dorpen en
stadjes, een linde gebruikte. Was dit omdat een eik
meer verdragen kan en zoo stoer in het wijde veld te
pronk kan staan, terwijl de linde als „zachter en huise
lijker" boom meer in gezelschap van menschen hoort,
of omdat zij minder wind verdraagt
Vaak ook werden eiken gebruikt als grensboomen. We
zien hen dan midden in het veld staan, vaak in Gelder
land en Overijsel, meestal kort maar dik van stam en
breed van kruin. In vele gevallen hebben we hier dan
te maken met een grensboom. In oude tijden toen er
nog geen sprake was van een kadaster waarbij de
grenzen der eigendommen officieel werden vastgelegd,
wilde men er toch voor zorgen dat de bezittingen be
hoorlijk werden afgebakend, de grenzen werden aan
gegeven. Dit kon worden gedaan door het graven van
greppels, het op de hoeken aanbrengen van steenen
en paaltjes. Maar het gebeurde wel eens dat on
eerlijke buren de steenen versleepten, de paaltjes ver
plaatsten. Strenge vonnissen hielpen weinig en men
zocht naar een oplossing die gevonden werd in het
planten van een boom, in den regel een eik omdat deze
het oudste werd. De boom profiteerde mee van den
mest die op het bouwland werd aangebracht en ont
wikkelde zich goed, ook al omdat hij geen concurrentie
112