tijd heeft vertoefd en dat eigendom is van het „Utrechtsch Landschap", is indertijd bij het graven van het Merwedekanaal een stuk bosch afgesneden en bij de verbreeding van deze vaart zal het een nog groo- ter stuk moeten missen. Hoewel zulke dingen nood zakelijk zijn is het toch jammer en eischt het veel over leg het geheel zoo te bewaren dat iets van de statig heid van dit buitenverblijf behouden blijft. Het Gooi en de Vecht, natuurlijk waren het niet de eenige centra waar buitens, bosschen en boom groepen verrezen. Wij denken dan in de eerste plaats natuurlijk aan Middachten met de prachtige beuken laan, de Middachter allee, maar onmiddellijk gaan onze gedachten ook naar Hagenau en Rhederoord met zijn prachtige boomen en boomgroepen, sterrebosch en lanen. Zelfs Friesland bezit in Gaasterland nog prach tig beboscht gebied, al is ook hier gekapt gedurende de laatste jaren. Op deze buitens, gesticht door den Frieschen adel, genieten we ook weer van lanen, onder andere een laan van zware eschdoorns met een onder groei van lelietjes van dalen, die voert naar zee en een prachtige lindenlaan, de z.g. Friesche Middachter- allee. Op plaatsen waar het bosch van nature oorspronkelijk was, zooals in het Oosten van ons land, bleef natuurlijk het meeste bewaard. Toch zijn al deze buitenplaatsen voor zoover ze niet in handen zijn van vereenigingen of stichtingen een hachelijk bezit. Telkens worden we opgeschrikt door verkoop en verkaveling van die buitenplaatsen met al de gevolgen daarvan vellen van het opgaande hout. En we zijn dankbaar dat ons land tenminste een zeker aantal van die buitenplaatsen met bosschen en parken bezit, die voor het nageslacht be waard zullen blijven. Maar het heeft geen zin hier nog meer beschrijvingen van onze buitenplaatsen te geven het gaat hier vooral om de bebossching van de ter reinen. Wie meer over deze plaatsen zelf wil weten, 102

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1946 | | pagina 117