onderscheiden aan knop, bloemen en bladeren, maar
dat ook aan het hout een boom is te kennen, zelfs in de
kachel, dat wisten waarschijnlijk alleen de kampeerder
en de kolenbrander.
Alle hout is geen timmerhout, zegt een bekend spreek
woord in dezen tijd maakt men van alle boomen zoo
mogelijk brandhout. Inderdaad brandt alles, maar ver
schil in kwaliteit is er wel degelijk.
Voortreffelijk brandhout levert de berk. Deze boom
van ons heide- en duinlandschap ziet er in den regel
zoo tenger uit, dat wij hem in den regel niet voor ons
vuur zullen kappen. Onze voorouders wisten echter wel
beter, want al sinds eeuwen werden in onze duinen
berkenbosschen aangelegd voor de productie van
brandhout. Deze bosschen werden behandeld als hak
hout vele van deze boomen zijn echter sinds lang niet
meer gekapt en konden vrij uitgroeien. Als resten staan
er nu nog enkele geweldige stamstukken of reuzen, die
nooit met de bijl in aanraking kwamen.
Ook de beuk levert uitstekend brandhout. Daar dit
goed gezaagd en gekloofd kan worden is het ook ge
makkelijk hanteerbaar. Vooral voor het stoken in open
haarden werd het beukenblok gebruikt, daar het lang
en gelijkmatig brandde. Eikenhout spat en knettert
veel meer. Ook de harsrijke den wordt gestookt, hoe
wel hij door snelle verbranding niet zuinig is in het
verbruik. Als aanmaakhout is dit hout juist daarom
zeer aan te bevelen.
Zoo maken wij in den strengen winter op intieme wijze
kennis met onze boomen en de kale plekken langs den
weg, de gaten in het bosch, de doorkijkjes die overal
ontstaan, wijzen erop, dat overal waar het maar mocht
en mogelijk was boomen in hun jeugd en hun ouder
dom werden gekapt. En de hard slinkende houtstapel
naast de kachel vraagt, hoe meer het vriest hoe sneller
om aanvulling. Zoo kan het niet anders of het hout
heeft weer ieders belangstelling, de stukken worden be-
7