levenloos. De boomen stonden zoo dicht op elkaar, dat
het licht den bodem niet kon bereiken. Maar gelukkig
behoort die harstochtelijke aanplanting van de
grove den ook al weer tot het verleden. Het dennen
bosch had zijn voor en zijn tegen. Als houtleverancier
leek de den bij uitstek geschikt, omdat hij op alle leef
tijden hout voor allerlei doeleinden kan leveren. Maar
het gebeurde niet zelden, dat een vonk tusschen de
takken terecht kwam, zoodat groote stukken bosch
afbrandden, terwijl ook zwammen en insecten veel
schade aanrichtten. Bovendien was de eenzijdige cul
tuur van dennen heel slecht voor de instandhouding
van de kracht van den bodem. Het dennenbosch was
en bleef kunstmatig, het was nu eenmaal geen climax
bosch, dat op natuurlijke wijze ter plaatse was ge
vormd. Tegenwoordig wordt dan ook naar een andere
oplossing van het bebosschingsvraagstuk gezocht. Het
dennenbosch wordt sterk uitgedund, terwijl men tus
schen de overblijvende stammen ander hout zaait of
plant. Allerlei boomsoorten als eik, beuk, zilverspar,
lijsterbes, douglasspar, Amerikaansche eik, komen
daarvoor in aanmerking. Langzamerhand groeit het
jonge hout tusschen de oude dennen, zoodat een ge
mengd bosch ontstaat. De humus gaat niet verloren,
maar wordt beter. Er komen geen kaalgeslagen plek
ken meer voor en het bosch wordt door zijn variatie
levendiger en aantrekkelijker. Het wordt weer
„natuurschoon".
Jammer genoeg is de grond niet altijd geschikt voor
een dergelijke hervorming van het dennenbosch tot
een gemengd woud. Wordt echter op de een of andere
plek grond een nieuw bosch aangelegd, dan houdt
men met de tegenwoordige eischen van den bosch-
bouw rekening en wordt allereerst de grond verbeterd.
Deze wordt bewerkt, kunstmest wordt gebruikt, lupi
nen gezaaid, die na den bloej worden ondergeploegd.
Deze bewerkte grond is niet slechts geschikt voor
94