HOOFDSTUK IX DE GESCHIEDENIS VAN HET BOSCH „R uig door zijn wouden, ijselijk door zijn moe rassen In het begin van onze jaartelling was er voor den mensch met zijn hutten en zijn vee niet veel plaats beschikbaar. Breede rivieren met groote delta's doorsneden het land, meren en moerassen met broek woud bedekten daartusschen den grond en ook op de hoogere, drogere gedeelten heerschte het bosch. En al was het dan niet ondoordringbaar en ontoegankelijk zooals het tropisch oerbosch, een beletsel tot vestiging en tot uitbreiding vormde het in den beginne toch, de natuur was nog krachtig, de mensch en zijn strijd daartegen nog maar nietig. Hij stond nog maar pas aan het begin en moest nog leeren water, ruigte en moerassen te beheerschen. Machteloos stond hij tegen over de overstroomingen, de geweldige kracht van het water, terwijl het bosch telkens weer opdrong rondom zijn hof. Het kostte tijd en moeite in dat begin om akkers en weiden te bevrijden van opschietend struik gewas. Tusschen dezen tijd waarin de natuur vrij spel had, en de tegenwoordige eeuw waarin alles aan de cultuur ondergeschikt is gemaakt, liggen vele jaren, die de geschiedenis van ons bosch omvatten. Het verleden was roemrijk, daarvan getuigen nog de stobben, de boomen en het kienhout in de venen, maar naarmate de bevolking toenam, voltrok zich het aftakelings proces, tot op den huidigen dag de mensch het bosch in zijn bescherming neemt, opdat het niet geheel en al worde opgeofferd aan wei- en bouwland. Hoe dreigend het bosch ook in het begin van onze jaartelling de nederzetting van den mensch in den weg stond, toch was het bestaan van diezelfde nederzetting aan dat bosch verbonden. Het leverde immers alles 86

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1946 | | pagina 101