schen stijl voor de gevelarchitectuur nog zeer een voudig. De sobere echt-Hollandsche classicisti sche bouwtrant werkt na. De eerste bouwmeester, dien Willem III gebruikte, de jonge Maurits Post is uiterst sober, en ook zijn opvolger, Jacob Ro man, is nog gereserveerd. In de binnenarchitec tuur verraadt de decoratie echter reeds duidelijk de Fransche siervormen. Maar in 1684/5 liet Willem III door bemiddeling van den Neder- landschen gezant de „Académie d'Architecture" plannen teekenen voor een jachtslot, die waar schijnlijk invloed gehad hebben op den bouw van het Loo en van de Voorst. En juist in dezen zelfden tijd kwam, als réfugié, de man naar Holland, die op de meest doorslaggevende wijze de invoering van de stijlvormen van het Lodewijk XlV-tijdvak heeft bevorderd en, kan men wel zeggen, geleid: Daniël Marot (1661—1752). Hij kwam spoedig in de gunst van Willem III, dien hij ook in Enge land diende. Daniël Marot ontwierp behalve bouwwerken ook vooral de interieurs (Afb. 18) meubelen en tuinen voor den Stadhouder en zijn kring, want hij was in zeer belangrijke mate decorateur en het is vooral langs dit decoratieve werk, dat de Lodewijk XIV- stijl en daarna de opvolgende Fransche vormge vingen zich hebben doorgezet. Door dit alles is het vrijwel vanzelfsprekend, dat juist den Haag hieraan in hooge mate heeft deel gehad; het was in de eerste plaats hier, in dit toch reeds zoo internationaal georiënteerd milieu, dat de bouwlust van den Hofkring zich deed gelden. 77

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1944 | | pagina 95