D e historie van een stad is een aaneengeschakeld geheel; wij mogen haar dan gemakshalve in tijd perken indeelen, wij moeten daarbij niet vergeten, dat verschijnselen van het eene tijdperk doorwer ken in het andere en dit laatste in het voorgaande op verschillende wijzen wordt voorbereid. Intus- schen als men een caesuur legt bij het laatste kwart van de 17de eeuw zal men in de bouwkundige overblijfselen van de aanbrekende periode een duidelijk sprekend onderscheid vinden met die van het tijdperk van Frederik Hendrik en Jan de Witt en al zal het waar blijven, dat in zekeren zin de Hollandsche richting van dit laatste tijdperk bleef doorwerken eenerzij ds en een zich meer oriënteeren op Fransche vormgeving anderzijds reeds vroeger te bespeuren is, zelden is er toch gemakkelijker scheiding te maken, dan op het oogenblik, dat de invloed van den Lodewijk XIV- stijl in een korte spanne tijds het pleit heeft ge wonnen. Het is niet alleen, of vooral, de komst der Fransche réfugiés, die dat heeft bewerkt, het is in de eerste plaats het voorbeeld van den Koning- Stadhouder en zijn kring. De opdrachten voor paleizen en jachtsloten, weldra ook voor stads- woonhuizen wekten tot navolging. HOOFDSTUK V UIT DE DAGEN VAN BEZADIGDEN RIJKDOM Maar aanvankelijk is de navolging van den Fran- 75

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1944 | | pagina 91