mering aanwezig is werd in de 19de eeuw van
een anderen gevel voorzien. Deze uitleg was door
het Domeinbeheer speciaal ten behoeve van aan
zienlijke ambtenaren ontworpen. De Haagsche
Magistraat van zijn kant schiep nieuw bouwterrein
in aansluiting aan de Groote Markt, voor een een
voudige buurt, de Boekhorststraat en voor een def
tiger, die de Princegracht genoemd werd. Op den
hoek bouwde de stad zelf in 1650 de Boterwaag
door den stadsbouwmeester Barth. van Bassen,
een eenvoudig maar stijlvol bouwwerk, dat in 1681
reeds in denzelfden trant werd uitgebreid. De uit
gifte van gronden gelukte slechts voor een gedeel
te, en enkele huizen uit die periode staan er
nog. Zoo nr. 4 met een hardsteenen plint, en
een pilasterarchitectuur met een middentravee
gedekt met een fronton met wapenschilden; er
tegenover ligt een dergelijk huis op no. 15, dat
ondanks de pleisterlaag zijn karakter nog goed
heeft bewaard.
Uit een en ander kan wel blijken, dat er in deze
periode op groote schaal werd gebouwd. Naar alle
zijden zette de bebouwde kom zich uit. Het bleek
goed gezien dat men in de eerste jaren van de
eeuw, toen de plannen gemaakt werden om den
Haag met cingels te omgeven, deze zeer ruim had
gelegd. Zoo was het mogelijk om de groeiende
behoefte aan woningen te bevredigen ook binnen
de Cingels. Tusschen Spui en Wagenstraat lagen
enkele oude verbindingswegen. Daar werd nu al
les volgebouwd tot aan de cingels toe. Ook aan
de andere zijde van het Spui ontstond een dicht
66