toen Frederik Hendrik hem in 1640 opdracht gaf om het in de eerste helft der 16de eeuw door een vermogend Hagenaar, Willem Goudt, rentmees ter der Grafelijkheid, gebouwde groote woonhuis,' dat de Staten van Holland in 1591 aan Louise de Coligny als verblijf hadden aangeboden en dat Frederik Hendrik in 1609 verworven had, te ver bouwen naar een ontwerp van Jacob van Campen. De bouworde kunnen wij nog in de twee vooruit springende vleugels terugvinden; ook de ordinan tie der middenpartij, al is die in het begin van de 19de eeuw met eene verdieping verhoogd, spreekt nog, bijv. door het behoud van het fronton, mede. De achterzijde is geheel veranderd terwille van een groote uitbreiding in de dagen van Koning Willem I. Veel belangrijker is daarom het kort na het Mau- ritshuis ontstane andere Paleis: Het Huis ten Bosch; ook al is daar de voorgevel geheel van karakter veranderd, in vele opzichten is hier nog Post te onderscheiden, de achtergevel aan het park is nog vrijwel ongeschonden (Afb. 10) en geeft dus een beter denkbeeld van het oorspronkelijk bouwwerk, zooals Amalia van Solms het in overleg met Constantijn Huygens en Jacob van Campen heeft laten bouwen als een herinnering aan de groote daden van haar in 1647 overleden echtge noot, die het zelf aanvankelijk tot buitenpaleis voor haar bestemd had. De oorspronkelijk ontworpen groote koepelzaal heeft bij de definitieve bestem ming eene volledig rondgaande beschildering ge kregen met historisch-allegorische tafereelen ter 62

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1944 | | pagina 70