andere vinden wij thans geen spoor meer. Maar
over het algemeen stelde men zich nog wel met de
middeleeuwsche huizen tevreden, totdat ongeveer
met het begin van het Stadhouderschap van Fre-
derik Hendrik de aanwas van hooge ambtenaren,
aanzienlijke legeraanvoerders, voorname edelen
zoo groot werd, dat niet alleen de nog onbebouw
de maar ook eenige nieuw voor bebouwing be
stemde terreinen, voornamelijk aan de zijde van
het Bosch in de stadsuitbreiding moesten worden
opgenomen. Het was de Rekenkamer, de beheer
der der Domeinen die ten bate van die hooge
functionarissen, deze terreinen uitgaf. Zoo ont
stonden de Korte Vijverberg en het Plein, de
Nieuwe Uitleg en het Korte Voorhout, de Bosch
kant en de Heerengracht.
Het is niet overdreven deze periode voor het
aspect van het oude den Haag een der meest be-
teekenende te noemen. Niet alleen omdat enkele
belangrijke straten hun algemeen karakter aan
deze periode te danken hebben, maar ook omdat
zij zeer duidelijk in verschillende monumenten
van beteekenis is blijven leven.
Men denke bijvoorbeeld aan den Korten Vijver
berg. Aan den eenen hoek staat nog het in 1636
als Doelen voor de schutters van St. Sebasliaan
gebouwde perceel, ter anderer zijde het Maurits-
huis, in het midden het Kabinet van H.M. de
Koningin, waarvan het onderste gedeelte nog aan
zijn ontstaanperiode herinnert, al is het in het be
gin van de 18de eeuw belangrijk verbouwd en zelfs
59