De oude Stadhouderspoort naar de zijde van het Buitenhof moest aan het nauwer verkeer met de buitenwereld worden aangepast zij werd 1620 verbouwd. Ook naar de zijde van den vroegeren Kooltuin, nu een toegang geworden tot een nieuwe stadswijk doordat de Kooltuin tot Plein werd her schapen, moest een poort hebben; Joris Faes bouwde haar in 1634, tegelijkertijd met de Bin nenpoort, die den doorgang naar het Voorhof gaf. Beide zijn kloek van uiterlijk en karakteristiek met sobere zandsteenen versieringen. Maar ter wijl op deze wijze het Binnenhof zich meer als een centrum van de ambtenarenregeering ontwik kelde, was er één hoek uit de gebouwenreeks, waar op de aandacht wel bijzonder vallen moest: niet de Groote Zaal, die herinnerde aan de souvereinen, die men had afgezworen, maar het Kwartier van den Stadhouder, die de leiding had in den vrij heidsoorlog. Het Kwartier lag terzelfder plaatse, waar wij het in de middeleeuwen vonden, maar de nieuwe tijd stelde het nieuwe eischen. De lage uit de eerste helft der zestiende eeuw dateerende noordwestelijke hoektoren was ten gerieve van Maurits tot een observatietoren hoog opgetrokken, als een massieve demonstratie zou men haast wil len zeggen, van het feit, dat de Stadhouder de hoeksteen was van het Gemeenebest. In de laatste jaren van Maurits' leven en in de eerste dagen van Frederik Hendrik voltooid, waren ook aan bouwen aan de stadhouderlijke vertrekken: vier ramen breed ten Zuiden van de Stadhouders poort, en anderzijds langs den Vijver, terwijl op 55

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1944 | | pagina 61