tatie bezorgde. Gelukkig kan men tegenover haar
eene andere vrouw noemen, Amalia von Schmet-
tau, de vrouw van den Russischen gezant in de
dagen van Willem V, prins Gallitzin. Weder was
het de filosofie, die haar belangstelling had; zij
speelde in het leven van Frangois Hemsterhuis een
rol van vertrouwde en raadgeefster, zooals een
maal de Boheemsche princes bij Descartes. Daar
naast was zij een der toonaangevende figuren in
het mondaine den Haag in de dagen van Willem V
en princes Willemijntje.
Nog ééne plaats in den Haag brengt de eerste
decennia der 17de eeuw in herinnering; zij is heel
iets anders dan de deftige woningen in het Voor
hout, daar zij ons, eerder dan met de deftigste
vrouwen van den Haag, in aanraking brengt met
de armste. Het is het, in 1616 door de zoogenaam
de Heilige Geestmeesters, dat zijn dus oorspron
kelijk kerkelijke maar na de Hervorming wereld
lijke armverzorgers, die de vroegere kerkelijke
fondsen voor armenzorg bestemd beheeren, ge
stichte Hofje van veertig kleine woningen, elk
voor een vrouw bestemd. Aan de Pavilloensgracht
ligt het Poortgebouw, waarboven in 1647 een re
gentenkamer is opgetrokken. De huisjes, telkens
twee onder één trapgevel, liggen rondom een
groote vierkante binnenplaats. Een zeer ingrij
pende restauratie der laatste jaren heeft het hofje
van den ondergang gered. Het is nu weder een van
de meest intieme en stemmingsvolle plekjes van
oud den Haag. De rij der aardige trapgevels, den
stemmigen tuin omsluitend, is allerbekoorlijkst
53