Kneuterdijk nog een zeer prettigen indruk
maakt. Zijn kruiskozijnen en luiken en hoog dak
met dakvensters en een fraaie schoorsteenbekro
ning was het in de achttiende eeuw al kwijt. Het
zou herstel verdienen en dan weer verschijnen als
een der statigste patriciërswoningen uit het begin
van de zeventiende eeuw (Afb. 6).
Zoo men dien wensch slaakt, hoeveel te liever
nog zoude men het doen voor een andere woning,
vlak er tegenover, thans als onderdeel van het
Ministerie van Financiën zich slechts voordoende
als eenige reeksen vensters boven elkaar. Vielen
ons de fraaie gebeeldhouwde mascarons niet op in
de hardsteenen ontlastingsbogen boven de door
dubbele pilasters gescheiden vensters, werd ook
daardoor niet de aandacht getrokken naar het
eigen rythme der vensterverdeeling, wij zouden
ons niet kunnen voorstellen, dat daar eenmaal een
der kostelijkste gevels stond, in den trant van
Hendrik de Keyser ontworpen. Op het einde der
middeleeuwen stond daar het huis van de Heeren
van Naaldwijk; hun erfgenaam Aremberg, prins
de Ligne koos de Spaansche zijde, wat ten gevol
ge had, dat zijn goederen werden verbeurd ver
klaard. Toen tijdens het Bestand zijn kleinzoon
in het bezit werd hersteld, verkocht deze het pand
aan Johan van Oldenbarneveldt, die alles liet af
breken en daar omstreeks 1611 een groot huis
naar den smaak van den tijd voor in de plaats
stelde. Op oude afbeeldingen zien wij het in zijn
glorie, vier verdiepingen hoog en met een dubbe
len topgevel in welks nissen beelden stonden, de
51