het jaartal 1564 draagt, is geheel van baksteen
met toepassing van bergsteen opgebouwd; een
aardige achtkante toren, die in 1609 van een
nieuwe en waarschijnlijk hoogere spits is voor
zien1), sluit, iets vooruitspringend, den gevel af.
Is de bekoorlijkheid van dezen gevel hoofdzake
lijk te danken aan de afwisseling van kleur door
de zandsteenen banden en wat rijker versiering
aan en op den geveltop, aan den zuidelijken gevel
heeft de bouwmeester, zonder in overlading te
vervallen, gedaan wat hij kon. De onderpui is
geheel met hardsteen bekleed en afgesloten door
een cordonlijst waarop, .gesteund door fijn ge
beeldhouwde kraagstukken, in baksteen opge
trokken en gecanneleerde Dorische pilasters rus
ten, die wederom groote kraagstukken dragen,
waarop een niet minder dan 65 cM. voorsprin
gende kroonlijst rust met een steenen balustrade
en boven de beide middentravees een zandsteenen
loggia, gedekt met een topgevel. Verschillende
deelen van den gevel zijn zorgvuldig en elegant
met beeldhouwwerk versierd, terwijl de beelden
van Geloof, Hoop, Liefde, Kracht en Gerechtig
heid de hoeken van gevel en geveltop bekronen.
Behalve het jaartal 1565 en de woorden Vigilate
Deo Confidentes, vertoont de gevel nog het wapen
van Holland en de wijze spreuk: Ne Jupiter qui-
dem omnibus „zelfs Jupiter kan het niet allen
naar den zin maken"— (Afb. 4).
De keuze van verschillenden steen, het afwisse-
1) Welke in 1647 weder moest worden vernieuwd.
41