stierf; voorts een voor Arnold van Dorp en zijn dochter Josina uit 1646 of kort erna; ten slotte is er een eenvoudiger, niet van beeldhouwwerk voor ziene gedenkplaat voor den in 1637 gestorven pre dikant Joh. 1'Empereur. Van het oude klooster rest ons maar zeer weinig. Het geheele complex is, na in 1566 bij den beel denstorm deerlijk gehavend te zijn geweest, weder wat opgeknapthet is bij den overgang in handen der Staten van Holland gekomen en kreeg ver schillende bestemmingen; eerst is het voor lief dadige doeleinden afgestaan, in 1583 echter werd het klooster grootendeels afgebroken; in 1588 werd de kerk voor militairen stal gebruikt, in 1589 werd het ingericht voor landsgeschutgieterij. Dit gebruik werd in 1617 beperkt tot het koor omdat toen het kerkschip op aandrang van Prins Maurits aan de Contra-Remonstranten als bede huis werd ingeruimd. Het koor bleef geschutgie terij tot in 1665 een Landsgeschuthuis aan den Nieuwen Uitleg verrees. Ongelukkigerwijze kwam in de bestemming van het klooster als bergplaats voor kruit en ammunitie geen verandering. Het werd er het slachtoffer van en vloog 3 November 1690 in de lucht, niet zonder dat ook de kerk weer ernstig beschadigd werd. Van het klooster bleef niets over dan één muur, de ruimte werd anders bebouwd en ter plaatse stond o.a. vele jaren een huis, dat aanzienlijke dames uit de kringen der Fransche refugiés onderdak bood; die „Fransche Sociëteit" bleef bestaan tot zij in de dagen van Willem IV was uitgestorven. Toen kocht de Stad- 37

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1944 | | pagina 39