resten bewaard van het marmeren praalgraf dat Gerard van Assendelft, die zich als kerkvoogd zooveel moeite gegeven heeft voor het herstel der kerk na 1539, heeft laten oprichten voor zijn vader Gerard (f 1486) en zijn moeder Beatrix van Da lem (f 1492). Mochten wij bij de Groote Kerk reeds meermalen de bewijzen vinden van belangstelling van de zijde der Hollandsche landsheeren, nog nauwer is hun ne relatie met de tweede middeleeuwsche kerk, welke den Haag rijk is. Zij ligt niet in het eigen lijke dorp, maar werd in de laatste jaren van de 14de eeuw gesticht aan den rand van het Voor hout, waar de woningen lagen der nauw met het grafelijk Hof verbonden edelen. Het was Margare- tha van Cleef, met wie Hertog Albrecht in 1391 in tweeden echt verbonden was, die hier een kloos ter stichtte voor de Dominikanen, op aandrang waarschijnlijk van haar tot die orde behoorenden biechtvader. De Kloosterkerk was aanvankelijk een éénbeukige kapel, afgesloten met een half rond koor; maar in het midden der 16de eeuw, in 1540, bleek het noodig de kerk uit te breiden, het geen geschiedde door haar met een zijbeuk te ver- breeden en daarop een drietal hoogopgaande ka pellen te doen aansluiten; de zuidwand werd daarvoor geheel doorbroken, terwijl de nieuwe zuidwand kwam te liggen in de rooilijn van het Lange Voorhout. Of de te dier tijde met het heen het Huis van Assendelft stond. Een fraaie teekening van het huis door C. Pronk is in de Prentverzameling van het Gemeente-Archief. 35

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1944 | | pagina 37