den scheepstrijd, welke terzijde van het monument
zijn aangebracht. Zulk een druk bewogen en ten
slotte schilderachtig geval lag den beeldhouwer
méér dan de uitbeelding van grootschheid en
waardigheid.
Niet veel gelukkiger was de onbekende beeld
houwer, die in 1721 het groote grafmonument
moest maken ter gedachtenis van een veldoverste
Philips van Hessen-Philipsthal1), dat wij, vrij
gedrongen in een hoek van den zuid-oostelijken
dwarsbeuk kunnen vinden. Gelukkig, dat wij ten
minste ook nog één, zij het ook zeer bescheiden,
maar juist in zijn bescheidenheid aantrekkelijk
monument vinden van de hand van Verhulst, na
melijk de tegen een der noordelijke koorkolommen
aangebrachte gedenkplaat uit 1666 voor den ad
vocaat Dirck Graswinckel, waarop wij in relief
zijn beeltenis zien, omsloten door allegorische
figuren. Het is jammer, dat de belichting niet zoo
gunstig is als het gevoelig gemodelleerd relief ver
dient.
Wij mogen echter het koor niet verlaten voordat
wij nog aan een merkwaardig monument aandacht
geschonken hebben, namelijk aan de houten bor
den, die de herinnering moeten bewaren aan de
x) /Philips van Hessen-Philipsthal was verwant aan
Johan Willem Friso. Hij had, kort voor zijn dood, een
buitenverblijf - Buitenrust - bij het begin van dén
Seheveningschen weg doen bouwen. Het huis had vele
lotgevallen, was tenslotte paleis van Koningin-weduwe
Anna Paulowna. Het werd in 1910 afgebroken voor het
Vredespaleis.
33
's-Gravenhage 3