aangrenzende vertrekken volkomen zijn gewijzigd. Intusschen zijn in de Rolzaal de karbeels, waarop de moerbalken rusten, enkele nieuwe uitgezon derd, belangwekkende vijftiende-eeuwsche beeld houwwerken. Tenslotte is er nog één ruimte, welke uit de oudste bouwperiode dagteekent, nml. een ruime kelder onder de groote zaal. Waarschijnlijk was daar boven oorspronkelijk nog een gebouw, dat echter voor de stichting van Floris V moest verdwijnen. Men heeft evenwel dezen kelder behouden. Daar door is ons een merkwaardig nog volkomen on gewijzigd stuk dertiende-eeuwsch metselwerk met kruisgewelven op rechthoekige ribben rustend op lage stevige baksteenzuilen bewaard. Daarnaast is een tweede dergelijke kelder maar met zuilen van hardsteen, die een zuiver type geeft van het met selwerk van vijfentwintig jaar later, toen Floris V door zijn raadsman en bouwmeester Gerard van Leyden vóór het door zijn vader gestichte paleis een feestzaal liet bouwen, welke nog steeds het geheele Binnenhof domineert. De „Hooge Sale", zooals ze in de oude rekeningen meestal genoemd wordt, is inderdaad een groot- sche schepping en de dertiende-eeuwsche bouw meester heeft er door getoond, dat hij welbezon nen was en begaafd met constructieven zin. Het is niet in fijnheid van detailleering, in kostelijkheid van materiaal of in rijkdom van ornament, dat hij het gezocht heeft, maar in grooten eenvoud van conceptie, evenmatige rust en zuiverheid van con structie, dat hij het heeft gevonden. 20

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1944 | | pagina 20