zooals Huygens haar noemde, bestendigd, of
liever weer teruggevonden is.
Ook is het algemeen karakter der bevolking wel
hetzelfde gebleven; want al heeft zich het aantal
in de nijverheid werkzamen sterk uitgebreid, toch
blijft den Haag ambtenaren- en renteniersstad,
zooals het vanouds eigenlijk was; hoe hard er ook
gewerkt wordt, ook de werkstad staat in het teeken
van de woonstad, welke den toon aangeeft.
Waar dat zoo is, daar moet het gemakkelijk vallen
de oude kern met eerbied aan te zien en in stand
te houden. Een woonstad heeft gevoel voor juist
datgene van deftigheid en rust, dat oud den Haag
te bieden heeft; zij heeft ook meer tijd en neiging
zich te bezinnen op geestelijke waarden, op on
der deze de beteekenis van historie, oude
schoonheid en stijl.
In dit opzicht zou men dus juist hier het historisch
stadsschoon wel veilig kunnen achten.
Maar toch is gevaar ervoor niet denkbeeldig.
De snelle groei van de stad is toch te danken aan
een toestrooming van elementen, die juist niet zich
historisch met de stad verbonden achtende amb
tenaar, elders geboren, op verschillende plaatsen
tot geestelijke ontwikkeling gekomen, wordt niet
ineens „Hagenaar"; nog minder de rentenier, die
in den Haag komt op een leeftijd dat zijn geeste
lijke belangstelling weinig geneigd is nieuwe ele
menten op te nemen; bepaald weinig de Indisch
man, die sterk verknocht blijft aan het eilanden
rijk aan den evenaar, waar hij zijn leven heeft
doorgebracht. Juist de schoonheid van den Haag,
113
's-Gravenhage 8