is systematisch verkregen, dat den Haags uit
breiding in mime mate voorzien is van lommer
rijke wegen, van kleine en groote plantsoenen en
van enkele uitgebreide parken. Het laatst erbij
gekomen is het eerst eenige jaren oude Zuider
park, ouder reeds is het Westb roekpark langs het
Kanaal; de daaraan voorafgaande aanleg had
meer het karakter van duinbeplanting, zooals
ten Zuiden van het Ververschingskanaal en an
derzijds bij den Badhuisweg, waarbij van oude
duinbegroeiingen gebruik gemaakt werd. Dat dit
laatste voortreffelijke resultaten kan opleveren,
kon men in den Haag wel weten. In de zeventiende
eeuw had Vader Cats zijn Zorgvliet op dit systeem
gebouwd en in de negentiende was door de Haag-
sche Magistraat zelf de geheele overzijde van den
ouden Scheveningschen weg, doorgaande op wat
er was, systematisch aangelegd en thans met zijn
waterpartij een buitengewoon gewaardeerd lom
meroord, een waardig pendant van het oude Bosch.
Op groote schaal zijn vóór 1940 ook de duinen ten
noorden en ten zuiden beplant en als wandel- en
rijwielgelegenheid geschikt gemaakt.
Zoo is den Haag ten Westen, ten Zuiden en ten
Noorden in uitgebreide parken gevat.
Het sterk handhaven en uitbreiden van het ele
ment van groen in de haast onevenredig gegroeide
stad is daarom zoo gelukkig, omdat daardoor het
oude reeds in de middeleeuwen zich gevormd heb
bende karakter van het dorp
„mijn rondomgroene buurt"
112