Als aanleg geslaagd was ook het Willemspark met
als centrum het Plein 1813, aansluitend aan de
Nassaulaan, over welker eigenaardigen bouwtrant
ik hiervóór reeds schreef. Maar al spoedig werden
de uitbreidingen in zoo hooge mate beheerscht
door speculatiezucht van eigen-bouwers, dat de
nieuwe wijken allesbehalve voorbeelden werden
van goede stadsuitbreiding. De Archipelbuurt,
achter de altijd nog stijlvolle Alexanderkazerne,
de Zeeheldenbuurt achter de Zeestraat en de schil-
dersbuurt bij de Hoefkade als arbeiderskwartier
openden de rij en vandaar ging de groei met
groote snelheid verder. Telde den Haag in 1800
slechts 41000 inwoners, in 1850 was dit 66320,
in 1870 reeds 91.328 en in 1900 overschreed het
de 200.000. Ook andere steden vertoonen sterken
aanwas, maar in de snelheid van het tempo staat
den Haag toch bovenaan. In de volgende veertig
jaren is het bevolkingscijfer boven het half mil-
lioen gekomen, maar sedert het eerste decennium
van de twintigste eeuw is men begonnen, en dat
met steeds meer kracht en nadruk, om van over
heidswege invloed te oefenen op de stadsuitbrei
ding, speculatiebouw aan banden te leggen en
eischen van welstand te stellen. Bij den snellen
groei der stad en bij de ingewikkelde problemen
van socialen, economischen en politieken aard
kan men niet verwachten, dat de verbetering welke
is tot stand gebracht anders dan relatief is en dat
alle gevonden oplossingen bevredigend zijn, al
zijn er toch op verscheiden punten aantrekkelijke
stadsgedeelten ontstaan. En dit voordeel althans
111