volstrekt noodig te wezen. Aan de andere zijde
van het Spui viel de zuidelijke poort van het Bin
nenhof, en op dat Binnenhof-zelf, daar in het
meest historische, meest nationale midden van den
Haag, ja van Nederland zou men kunnen zeg
gen, daar werd door den „geest der eeuw"
hoogtij gevierd. Wat met de oude kapel der Gra
ven van Holland gebeurde, vermeldde ik reeds:
men bracht klerkenkamers boven de eerwaarde
grafkelders. Maar haast erger dan deze vermin
king is hetgeen nog na 1913 geschiedde: de ka-
rakterlooze nieuwe bouw van het departements
gebouw van Binnenlandsche Zaken en van de ver
grooting van het gebouw van Koloniën. Voor het
eerste moest een karakteristiek gevelcomplex ver
dwijnen, het tweede kwam in de plaats van op
stallen zonder beteekenis. Maar in beide gevallen
was de oplossing volkomen verkeerd, omdat men
meende, dat men daar op het Binnenhof zou moe
ten aanbouwen in een „historischen" stijl, of iets
dat erop lijkt. Het pover effect van de gevels,
welke die van de Hofkapel vervangen hebben, is
geen waarschuwing geweest: men is doorgegaan
in de gedachte, dat de meest geëigende Binnenhof-'
stijl een soort slappe groc van baksteen, zandsteen
trapgevels en dakvenstertjes moest wezen, alsof
het Binnenhof, waarop van de dertiende eeuw af
tot het eind van de achttiende eeuw toe steeds in
den stijl van den tijd gebouwd is, een anderen stijl
zou hebben dan die van den kunstenaar-bouw
meester van den eigen tijd, die onze eeuw waardig
zou hebben doen medespreken in het veelstemmig
92