HOOFDSTUK VI WAT ZEGT ONS DEN HAAGS HISTORISCH STADSSCHOON? Toen in 1913 allerwege herdacht werd, dat ons vaderland honderd jaren te voren de onafhanke lijkheid had teruggewonnen en tot het nieuwe Koninkrijk der Nederlanden was herboren, heeft de redactie van het rijk geïllustreerde weekblad Buiten de gedachte gehad om, te midden der meest al vreugdevol gestemde tonen en de terecht met er kentelijkheid en waardeering geconstateerde ont wikkeling in zoo menig opzicht, toch ook een ge luid te doen hooren, dat met weemoed herdacht al wat in die honderd jaren aan schoons en karak teristieks was verloren gegaan. „Sloopend herbo ren Nederland" was de titel van een reeks artike len, welke daarvan een overzicht gaven. Dat zij overvloedig geïllustreerd waren, mag wel als be wijs ervoor gelden, dat de weemoed tenvolle ge rechtvaardigd was. Wat eenerzijds onverstand en onverschilligheid, anderzijds een al te grif offeren aan de nieuwe goden van Vooruitgang en Verkeer hebben doen verdwijnen of volkomen hebben ver nield en bedorven, is bijna niet te gelooven. Ook den Haag heeft zijn hoofdstuk daarbij gele verd 1). Dat het een uitzondering zou hebben gemaakt op 88 1) Zie mijn: Een Eeuw Slooperswerk in den Haag 1813— 1913 (Kleine Geschriften van „die Haghe").

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1944 | | pagina 110