eerste decennium na de Restauratie nog vrij ge
trouw werd gevólgd. Bij de inrichting en vergroo
ting van het „Oude Hof" in het Noordeinde tot
Koninklijk paleis, en bij de inrichting van het
oude huis van Wassenaar aan den Kneuterdijk tot
paleis van den Kroonprins bijvoorbeeld heeft men
onder leiding van de architecten Ziesenis en De
Greef voortreffelijk geslaagde interieurs tot stand
gebracht. Doch naar buiten blijkt in de stad wei
nig van den stijl van dit tijdperk. Hier en daar
vindt men deuromlijstingen en bovenlichten, wel
ke door hun rustigen en weloverwogen vorm aan
genaam treffen (o.a. Lange Voorhout 27, Korte
Voorhout 10, Princegracht 84 en 126, Dunne
Bierkade 18).
Maar in het tweede kwart van de eeuw begon er
toch weder, in verband met de, zij het nog lang
zame, uitbreiding van de stad, eene bouwperiode,
welke nog eenige bijdragen geleverd heeft aan het
historisch stadsschoon. In het Korte Voorhout liet
Prins Frederik een paleis bouwen (thans Ge
rechtshof) en bij den ingang van de stad aan de
zijde van het Bosch en aan de zijde van den Rijs-
wijkschen weg werden Accijnshuisjes gebouwd in
Neo-classicistischen trant. Het eerste, als het
„Wachtje" bekend, heeft nog zijn typischen vorm,
het tweede is vergroot en heeft veel van zijn aan
trekkelijkheid verloren. Iets later bouwde men een
reeks stemmige woonhuizen langs het Kanaal naar
Scheveningen, de rij, thans Koninginnegracht tus-
schen Kuyperstraat en Javastraat heeft voor een
groot deel zijn karakteristiek nog bewaard.
86