liet slaan. Toen de Raad van State hierover een dreigenden brief aan den Magistraat stuurde, waarin hij beval dat het uit moest zijn met deze ongeoorloofde „munterie" in de stad, antwoordde deze onschuldig, dat hem van eenige onge oorloofde „muterie" (muiterij) in de stad niets gebleken was; natuurlijk was echter ook deze aardigheid erop gericht de zaak weer eens op de lange baan te schuiven. Maar hoe meer een aanval van de Spanjaarden op de stad dreigde, hoe minder recalcitrant deze werd. Voor haar versterking was ze op de hooge colleges aangewezen. Reeds Prins Willem had, toen hij in 1574 de stad een week lang bezocht, verschillende voorrechten gegeven om de geleden schade te herstellen en ook daarna was men voortdurend bezig geweest de verdedigingswerken te verbeteren. In 1579 werd de magistraat gemachtigd achterstallige gelden te innen om in de kosten te voorzien en men begon met het aanleggen van twee vooruitgeschoven aardwerken voor de Bosschepoort en een bolwerk, ,,de Kat" genaamd, dat aan de rivierzijde de stad moest versterken, was in 1584 gereed Doch in 1596, toen het gevaar steeds dreigender werd, nam men de zaak ernstiger ter hand. Een deskundig onderzoek werd ingesteld en men droeg aan den ingenieur Adriaen Anthonisz van Alkmaar op, om een model te maken van de gewenschte verdedigingswerken. Naar aanleiding hiervan werd besloten ook aan de landzijde vier bolwerken op te werpen, verbonden door courtines maar vóór men nog met deze werken gereed was, overviel in 1599 een nieuw beleg de stad, zoodat de „stadsvesten toen open laghen om datse vermaeckt werden". Maar met grooten spoed liet de Prins alle timmerlui en metselaars uit Gorcum en andere plaatsen aanrukken om „in alle trencheën" te werk gesteld te worden. In allerijl werd een „Halve Maen" voor de Oenselsche poort en op den hoek van den Lodderdijk (Stads-dijk) aangelegd. Ook werd het bolwerk, dat toen reeds den naam verkreeg van den graaf van Hohenlo, den bekwamen legeraanvoerder van Prins Maurits, versterkt en uitgebreid. Buiten de Bos schepoort werd een groot aardwerk om de beide reeds be staande halve manen gemaakt, waarbij de Prins herhaalde malen ging kijken om zijn aanwijzingen bij den aanleg te Kat, of Platte-kat is een opgeworpen aarden hoogte voor het op stellen van geschut. Rechte stukken muur en wal. 84

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1944 | | pagina 98