veel mit geckheyt overladen, want daertoe sol men al ander
gereetschap moeten hebben."
De kogel, die in het niswerk terecht kwam, werd als een
herinnering op die plaats ingemetseld, terwijl daarbij het
jaartal 1574 in het metselwerk aangebracht werd, dat ook
nu nog te zien is. In een reisbeschrijving van omstreeks 1600
staat hierover: This Bommel is memorable for one thing,
for I saw a great bullet sticke in the tower of their church,
even about the toppe, which was shot by the enemy in
the yeare 1574, which figures are subscribed in such great
characters under the bullet, that a man may very plainly
discerne them afarre off". De kogel is echter in den loop
der tijden verdwenen.
Een ander maal trof men met dit „verdragend" geschut
de kerk: „Den 29e Augusti ende was een Sondach, schoeten
die Spaeniers van Tuyl onder het sermoen in die kerrick,
die cloet viel voir den preeckstoel neer, mer gaf sich weder
op ende viel in St. Antoniuspant Der worden nyemants
gequest, mer 't volck in 't sermoen was seer verbaest, lyepen
gelickhant mit haren predikant uut die kerck na den Regu
lieren (de Broerekerk) alwaer het sermoen voirt voleyndt
worden". Ook deze kogel werd als een aandenken in een der
pilaren ingemetseld en met een jaartal voorzien.
Bij de blokkade vinden we ook nog eenige malen het
Blokhuis bij de Gamersche poort genoemd, we moeten
hier waarschijnlijk denken aan het bolwerk, dat tegelijk
hiermee aangelegd werd en mogelijk aan een deel van dit
gebouw, dat behoorende tot de poort gespaard bleef.
In October trokken de legers van Hierge langzamerhand
af en toen de dijk door die van Bommel doorgestoken werd
en het water in de waard steeg, verlieten ook de laatste
„knechten het blockhuys te Gameren ende liepen al heyme-
lick nae 's Hartogenbosse". De stad had het beleg doorstaan
en de belegerden hadden zich daarbij nog te goed kunnen
doen aan „heerinck, broot en keesse" uit Hollandaan vette
ossen, die ze door de linies smokkelden en aan het brood
en het bier dat ze maakten van het koren, dat met grooten
moed geoogst was, tot zelfs aan „den draaiboom" toe.
Bommel was door zijn overgang tot den Prins in een
merkwaardige en buitengewoon voordeelige positie gekomen.
Oostelijk einde van den Zuider-zijbeuk.
Tol in den Bosscheweg.
82