onder anderen Jan van Venray op, die dit ambt met tus-
schenpozen tot het einde van de eeuw bekleedde.
De kerk met haar fondsen werd aan de hervormden afge
staan en op het Kapittel met zijn bezittingen en de kloosters
met hun goederen werd beslag gelegd; ook de Gasthuiskerk
kwam aan de gereformeerden. Een gebouw van het Non
nenklooster werd tot „Sieckehuys" ingericht en later tot
Burger-weeshuis, haar kerk was in 1700 bij de Arminianen
in gebruik en werd later gesloopt. Een gebouw van 't Regu
lierenklooster werd als „Munt" in gebruik genomen en de
Broerekerk vinden we in de 17e eeuw als Menistenkerk terug.
Ook deze kerk verviel daarna en is sindsdien gesloopt, op
een stuk van den zijmuur na.
Om een indruk te krijgen van den omvang van het Regu
lierenklooster vóór de Hervorming, geven we hier een
overzicht van zijn gebouwen (zie fig. 16):
1. 't Vrouwenhuys met Regulierenpoort.
2. Het Groote Regulieren-bouwhuys.
3. Den alden Monnicken-bomgart.
4. Regulieren of Breuren-kerck.
5. Priors-camere.
6. Plaetsche, met trans (muur).
7. Regulierenpoort genaempt „de Nye-poort".
8. Die Kerck-poorte of Clooster-poort ende ganck.
9. De Rosmeulen.
10. Eesthuys (Brouwhuis).
11Hoff (na de Hervorming bij den muntmeester in
gebruik).
12. Vermoedelijk Re venter ende Sieckhuys (na de Her
vorming hadden de muntmeesters van Bommel en
Hedel hiervan ieder een deel; later „die Munte" ge
noemd).
13. Vermoedelijk Groote Regulieren kelder, met Back-
huys.
14. Gastcamer, keucken mit noch een huysken tegen het
Vrouwenhuys overweche.
15-16. Groote- resp. Kleyne Looye-ganck.
17. Lorye (looierij).
18. de Laeck.
19-20. Korte Molenstraet resp. Molenstraet.
21. Rosemarynstraet.
22. Clooster of Minnebroedersstraat (17e eeuw).
23. Afterstraet.
78