Om zekerder van het bezit van zijn stad te zijn richtte
Philips er een „Blockhuys" op en koos hiervoor de meest
kwetsbare plaats in de ommuring: de Gamersche poort.
Verschillende huizen, die hier op een verbreed deel van
den dijk, buiten de poort gebouwd waren, werden ervoor
afgebroken, waarna dit terrein, door het aanleggen van een
nieuw bolwerk „binnen de fortilieren ende vesten" van
de stad gebracht werd.
Zoo kwam ook het poortgebouw zelf binnen de wallen
te liggen en hier tegenaan en er één geheel mee vormend
werd toen de burcht gebouwd, die dus door de bestaande op
haalbrug ook van buiten de stad toegankelijk was.
Hoe de vrijheidslievende Bommelaars over deze „dwing-
burcht" dachten laat zich gemakkelijk begrijpen en ook hoe
groot hun opwinding en vreugde was toen de gehate bezetting
af moest trekken.
In 1511 zat Philips' veldheer Floris van Egmond met eenige
vrienden in Gorinchem aan den maaltijd en zij bespraken
de krijgskansen, die nu weer geheel ten gunste van Karei
waren gekeerd. Juist waren ze aan het nagerecht toen de
deur open werd geworpen en een bode binnenkwam, die uit
riep: „ook Bommel is gevallen". Het scheen niet mogelijk,
want de stad was goed versterkt en bewaakt, maar toch
bleek het bericht juist. „Van Haeften (een van Kareis ge
trouwen) die staetige landeryen en heerlykheeden in de
Boemeier- en Thieler-weerden bezat, had een veer-schip
met rijzen alzoo bevracht, dat'er een deel mannen in 't ruym
laghen verborghen, de welke wanneer vroegh in den morgen
stond aen de water-poort waren geland, is hy zelve wtge-
treeden in een koopman vermomd zynde. Wanneer de poort-
waerder bestond te vraeghen wat syne ladingh was, riep
hy luyderkeels: Rysen! Het volk op deze looze (leus) wt
het schip springende heeft den poortier dael geworpen, de
sleutelen wt de vuyst gebrooken ende aldus onvoorsiens
in de stad gedrongen". De burgers waren buiten zich zelf
van vreugde en trokken dadelijk mee naar het slot, waar
het grootste deel van de bezetting juist op roof uit was.
De brug, die buiten de stad uitkwam, werd vernield en de
nu ingesloten manschappen gaven zich over. Op den avond
van Hemelvaartsdag, den 28en Mei, werden ze onder het
gejuich van de poorters weggevoerd.
Het slot werd daarop ingericht voor den vertegenwoordi
ger van Hertog Kareiden Amptman Derickx van Haifftens,
en degelijk versterkt.
51