DE ZESTIENDE EEUW Het scheen wel dat elke eeuw voor Bommel met rampen moest beginnen, want in 1503 hooren we al direct van een geweldigen brand, waarbij op St, Rufusdag de halve stad in vlammen opging. Gelukkig nog, dat het geen jaar later gebeurde, want toen was het een zoo droge zomer dat van St. Jacob tot het feest van de H. Maagd alle putten in de stad waren opgedroogd en van blusschen heelemaal geen sprake geweest zou zijn. Karei van Egmond kwam de burgers weer te hulp en gaf hun nieuwe rechten om den herbouw te bespoedigen, maar hierbij maakte hij de ver standige bepaling, dat de huizen zooveel mogelijk ,,myt harden dack verzorcht" moesten worden, dat wil zeggen met pannen inplaats van met het gebruikelijke stroo. Maar alsof dit nog niet erg genoeg was, verschenen de legers van Maximiliaan in 1505 opnieuw voor de stad, 1500 ruiters ep voetknechten sterk, verschansten evenals in 1497 het klooster op Sint-Pieterswiel met wallen en grachten en be gonnen de stad hevig te beschieten. Daar de Bommelaars er echter ook nu niet aan dachten zich voetstoots over te geven, bepaalde de vijand er zich verder toe de streek te brand schatten, Driel „onder den voet te vertreeden" en elders zijn kansen te beproeven, terwijl een deel van de troepen de stad omsloten hield. Het verloop van den strijd was voor hen gunstig en al spoedig was Karei gedwongen zich bij het verdrag van Tiel gewonnen te geven. Hierbij werd de stad Bommel met enkele andere steden aan Maximiliaans zoon Philips den Schoone afgestaan, tot beslist zou zijn of Philips dan wel Karei hertog van Gelre zijn zou. Maar „die van Boemel, die nu een belegh van drie maen- den hadden wtgestaen, waren zeer qualyken te bepraeten om het iock van Castilien op te neemen. Doch alzoo ze de Hertogh met bidden en schier (zoo men zeght) met traenen daer toe verzocht, hebben sy eyndelyken hun eygenzinnig- heid aen kant gezet ende van de nood een deughd gemaeckt". Zij waren weer gedwongen een vreemden heer te erkennen. 50

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1944 | | pagina 58