De omlijsting van nissen en galmgaten en de overkraging van de ommegangen staan nog onder invloed van Oostelijke bouwwerken (zie afb. 4), maar de schei ding in niet minder dan vijf sterk terug springende geledingende opbouw van de overhoeksch geplaatste steunbeeren, die over de volle hoogte onafgebroken doorloopen, met de traptorens er tegen aan geplaatst; de vele smalle nissen van het benedendeel, zijn van een meer Zui delijke spheer, terwijl de behandeling der omlijsting van den hoofdingang, zooals reeds werd opgemerkt, zeer sterk herinnert aan het Zuidportaal van de St. Janskerk in Den Bosch, dat door Alard van Hameel in denzelfden tijd werd opgetrokken. Dat men echter een zoo groots uitgevoerden toren niet met een achtkantige lantaarn heeft be kroond, is weer meer in den trant van de kerken ten Oosten van het hertog dom. De verdeeling van de gevelvlak ken in vier nissen is bij dezen toren geheel origineel. Voor het verband met de overige torens van ons land kan ik verwijzen naar het genoemde deeltje dat Dr ter Kuile voor deze serie ver zorgde. Zoo zien we dus het kerkgebouw, dat zoo zeer over het stadje domineert, geheel voltooid, het bouwstuk was op geleverd, de gedroomde schoonheid was door de vrome kracht van de geloovigen en de wijze leiding van de bouwmeesters verwezenlijkt tot eer van den Aller hoogste. De ranke toren vormde het symbool van zeer zelfbewuste burger trots. Alleen het koor, onder den in vloed van ruim toevloeiende middelen door den bouwmeester optimistisch ont worpen, zou nimmer worden gebouwd, want na deze eeuw verminderde langzamerhand de bloei van Bommel, het stre ven van de geloovigen begon andere banen te volgen en Fig. 6. St. Maartens toren met de eerste spits, naar een schil derij in de St. Maartenskerk 46

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1944 | | pagina 52