vereenigen), vermoedelijk tusschen 1450 en 1475 werd opgetrokken In het einde van de eeuw, in 1490, wordt dan ook van een klokketoren melding gemaakt: ,,ex domo sua in qua moratur Nycolaus Johannis sita retro campanam". Hierbij moeten we ons echter niet den tegenwoordigen toren denken. Het was slechts de vierkant opgaande romp hiervan met de hooge contreforts, zonder den traptoren en met in den top een kleine klokkekamer, waaruit de luiklok haar klanken uitzond door de open dubbele boogramen met galmborden in de vier muren. Behalve de St. Martenskerck, het centrum van het gees telijk leven, stond aan het „Mercktvelt" het stadhuis, de zetel van de „Scepenen, de twee borgemeesteren en raden", zooals de volgorde in Bommel, in tegenstelling tot iedere andere stad, luidde. Van het raadhuis uit de veertiende eeuw weten we echter niets. In 1499 was het reeds zoo bouwvallig, dat de magis traat het niet meer in overeenstemming vond met de waar digheid van de stad. Tegen de uitdrukkelijke wenschen van den schout, die hierover een boozen brief schreef aan zijn heer, den hertog van Gelre, en die vond dat hij met de sche penen ,,wael soevoel raden (beraadslagen) solde in een ander huis, als wy noch te raden hedden", besloot men dan ook tot verbouwing over te gaan, maar we weten niet waarin deze herstellingen bestonden, noch zelfs hoe dit gebouw er uitgezien heeft, alleen is bekend dat het een toren kreeg met een brandklok erin.. In bedoelden brief lezen we ook, dat de manier waarop de verbouwing geschiedde, allerminst de goedkeuring van den schout wegdroeg en dat deze er zelfs en niet ten onrechte, zooals zal blijken, een bedreiging in zag voor de macht van den hertog over zijn stad. We lezen dan: „Die scepenen hebben Uwer F.G. ghemeine straet heel toe laten betymmeren ind verhuert (de Tolstraat?) ind enen torn dairop gelacht ind die scyetghater niet na der merct gheordineert, mer al te mael nae Uwer F.G. hoff ind Tolhuys ind anders nerghent niet één gat". Er heeft dus nog een ander belangrijk gebouw daar in de buurt gestaan en dit was het bolwerk van de derde Ons onderzoek van het bouwwerk is nog niet in een stadium, waarin een definitieve uitspraak over dit punt mogelijk is, ook de dateering staat nog allerminst vast. 39

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1944 | | pagina 43