hebben, waartoe de putten met hun langen haal-boom, zooals
de gasthuis-put, de onverharde straten en niet het minst
de mesthoopen en de varkens die vrij in de straten rondliepen
het hunne hebben bijgedragen. Om te voorkomen, dat die
varkens ook op het kerkhof kwamen en op deze gewijde
plaats zouden gaan wroeten, was men zelfs gedwongen
roosters in de straat te leggen waar ze niet over konden en
die ook wel traly's genoemd werden*). Zelfs in 1499 wordt
nog geklaagd, dat de burgers het „slyck van de straten"
niet verwijderden en de „verkens" er niet weerden.
Behalve de kalme dagelijksche beweging van de poorters
naar en van hun werkzaamheden en bedrijven, gaf natuurlijk
ook de bouw van de St. Martenskerck, die nog steeds ge
stadig voortging, een bijzondere bedrijvigheid aan het stads
beeld.
Zooals we zagen kwam onder de regeering van Willem van
Gulik, die zijn strijdlust buiten het gewest botvierde, Gelre
meer en meer tot rust. Deze omstandigheid gevoegd bij den
toenemenden bloei van de stad en de toenemende devotie
zullen de geldelijke omstandigheden van de kerkfabriek
zooveel verbeterd hebben, dat opnieuw met den bouw kon
worden voortgegaan. Vermoedelijk reeds in het einde van
de vorige eeuw heeft een nieuwe bouwmeester het werk
ter hand genomen en hij ontwierp hiertoe een geheel nieuw
plan.
Men stelde zich in die jaren niet meer tevreden met het
eenvoudige gebouw, waaraan reeds een eeuw gewerkt was,
neen, een geheel andere kerk moest verrijzen, van binnen
ruim en licht, van buiten hooger, rijker, meer versierd.
Stellig kwam deze invloed niet uit Holland of Brabant,
maar uit de meer Oostelijk gelegen vorstendommen, waar
het streven naar een breeder ontwikkeling van het kerkruim
reeds eerder merkbaar geworden was en er tot den bouw
van hallen-kerken met drie even hooge beuken had geleid.
Onder dezen invloed werd het een ontwerp met drie min
of meer even breede beuken, zooals we slechts zelden vinden
bij een basiliek. De hoofdbeuk werd tien en een halven, de
zijbeuken werden negen meter breed, waarbij deze laatste
met een veelhoekige beëindiging bij het bestaande koor
aansloten. De middenbeuk werd tot boven de zijbeukdaken
De fundeeriug vau een traly in de Nieuwstraat werd onlangs bloot
gelegd.
36