mei, daer het de Geldersche van verre aensagen, den Bra
bander als hun heer ontfangen en ingelaeten" en de stad
was, hoewel voor korten tijd, aan het Geldersche bezit ont
trokken. Maar in 1307 zien we dat de graaf van Gelre een
algemeen dijkrecht geeft aan de Bommelerwaard, waaruit
dus blijkt, dat toen reeds weer het Geldersche gezag hier
was hersteld. De strijd tusschen Brabant en Gelre had onder-
tusschen zijn beslag gekregen met den voor het graafschap
zoo noodlottigen slag bij Woeringen in 1288.
Nadat in het jaar 1310 de Roomsch-Duitsch Keizer
Hendrik VII op den Rijksdag te Spiers gedecreteerd had,
dat geen vorst in het Rijksgebied eenige stad met rechten
mocht beschenken buiten de uitdrukkelijke Keizerlijke ver
gunning en hij tevens alle oude rechten herriep, die die
toestemming niet verkregen hadden, waardoor ook Bommel
weer een dorp geworden was, werd in een charter van
December 1315 en October 1316 de plaats door den ouden
graaf Reinald I van Gelre opnieuw tot stad verheven.
Ook werden het weer de oude rechten toegekend, maar nu
uitdrukkelijk met de Keizerlijke machtiging. Aan deze
rechten werd nu nog toegevoegd het bezit van gemeene
weiden, die nu nog als ,,de Bommelsche weiden" bekend
staan, waarvan de opbrengst gebruikt mocht worden om
de stad „gevuechlyc" te versterken en met muren te om
ringen.
Ook vóór dien tijd zal de stad met aarden wallen en houten
borstweringen versterkt zijn geweest, doch nu begon men
met den aanleg van steenen muren en grachten, welke werken
in 1343 gereed kwamen. En niet alleen de stad, ook de vorst
van Gelre, die nu de waardigheid van hertog verkregen had,
heeft bijgedragen in de kosten.
We mogen aannemen dat nu de stad reeds uitgegroeid
was tot haar huidigen omvang. De plaats waar het dorp
ontstaan was moeten we zoeken in het hoogste deel: het
Oosten, terwijl het zich geleidelijk uitbreidde langs den
Westelijken dijk, waar nu de Gasthuisstraat en de Gamersche
straat zijn, welke laatste in 1360 reeds wordt genoemd.
Van dit hooge deel heeft vermoedelijk een veldweg naar het
Zuiden geloopen, de latere weg naar den Bosch en nu Sta
tionsweg, die in 't verlengde lag en ligt van de Kerkstraat.
De Oostelijke dijk liep zeer waarschijnlijk langs de Oenselsche
straat (zie fig. 2). Als centrum van het oude dorp moeten
we vermoedelijk de Kerkstraat beschouwen, bij deze straat
19