Netgewelf Gewelf dat door talrijke ribben onderverdeeld
is, welke ribben in plattegrond een netvormige figuur
vormen, in tegenstelling tot een stergewelf, waarbij dezen
een stervormig patroon vertoonen.
Schalken Kleine zuilen, welke niet vrij staan, doch tegen
een muur zijn geplaatst of deel uitmaken van een bundel-
pijler, die uit een groot aantal om een kern geplaatste
schalkzuilen is samengesteld.
Traceering of maaswerk Verdeeling van de, door den
boog omsloten bovenzijde van een gothisch raam, die is
samengesteld uit deelen van geometrische lijnen, vooral
cirkelbogen en welke aansluit op de loodrechte smalle
stijlen van het benedendeel, het staafwerk.
Transept Dwarsbeuk van een kerk, waarvan de as, de
kerk-as loodrecht doorsnijdt.
Traveeën Ge welf vakken in een kerk; ook de daaronder
liggende deelen van een middenbeuk tusschen vier pijlers
of van een zijbeuk tusschen twee pijlers en twee pilasters
of schalken.
Vicarieën Geestelijke stichtingen, waarvan het doel is,
op een eraan verbonden altaar missen te bedienen voor de
ziel van den stichter en zijn verwanten. Voor deze bedie
ning wordt een vicaris aangewezen, de onkosten worden
bestreden uit, aan de stichting verbonden, vicarie-goederen.
Meezenkouwen meezenkooi mndl. mesecouwe Uit de
stadsmuur uitgekraagde muurtorentjes.
K 2597
132