De Legende van Doktor Faust op Weerdenburgh „Op het kasteel woonde honderden jaren geleden de ge leerde doktor Faust, een wonderlijk en geheimzinnig man. Dagen en nachten bracht hij door in zijn groote studeerkamer, waar hij in oude boeken den steen der wijzen dacht te vinden. Ook daalde hij af naar de keldergewelven om er vreemde kooksels te brouwen in kolven en retorten. Maar hoe hij ook zocht en las, alles mislukte hem. Op een stormachtigen nacht, toen dikke wolken laag over den toren van het slot dreven en de regen tegen de luiken sloeg, zat doktor Faust mistroostig en vergramd ge doken in een hoogen leunstoel bij het houtvuur en luisterde naar het loeien in den schoorsteen. Toen stond opeens de duivel naast hem en zei met vrien delijke stem: „Vriend Faust, je zoekt vergeefs, 't is alles boter aan de galg gesmeerd. Neem mij in dienst! Zeven jaar zal ik je knecht zijn, al wat je wilt zal in vervulling gaan!" „Top!" zei toen Faust, „daar heb ik al lang naar uitgekeken; kom aan, laat ons dan maar ineens beginnen." „Goed" zei de duivel, „maar eerst het contract nog, rood op wit: een droppel bloed, wat perkament, een ganzepen en 't is gebeurd, ik ben je man." Dat wist natuurlijk doktor Faust, de man was al lang van den goeden weg verdoold en het kostte hem geen over winning om ook den laatsten stap te doen: zeven jaar zou Joost hem dienen, maar dan zou zijn ziel ook aan den duivel behooren! Van dien dag af kon doktor Faust regeeren! Niets was zoo mooi of hij zou het hebben. Wat is er toen al niet op Weer denburgh gegeten en gedronken! Midden in den winter at hij doperwtjes; in Maart blauwe druiven; steeds was er wijn van Spanje en appeltjes van Oranje. Op het slotplein bloeide steeds een groote Hortensia, er kropen levende everdessen en slangen rond en de tuin was altijd vol van lelies en rozen. tëP.-i? Maar daarbij bleef het niet. Een koets met vier paarden, die nooit moe werden, moest hij hebben en ik weet op geen honderd uren na in welk een korten tijd hij helemaal naar Konstantinopel reisde. Bommelsche benaming voor eidek salamander. 122

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1944 | | pagina 146