schepenen ,,by uytsonderinge van personen met snaphanen, degens en rondstokken de voorzaal van het stadhuis heeft bezet". Ook daarna moest de magistraat tengevolge van de onrust die de Groote Plooiery in Gelderland veroorzaakte, nog herhaalde malen bij het garnizoen steun zoeken tegen deze oproerige gilden. Tijdens den Oostenrijkschen Successie-oorlog nam echter de oranjegezindheid in de Noordelijke Nederlanden weer toe, zooals steeds in tijden wanneer het gevaar onze grenzen bedreigde. Gelderland ging er echter voorloopig niet toe over om Willem Friso tot erfstadhouder te benoemen en hiermee niet tevreden kwamen de burgers van enkele steden in op stand en vooral in Nijmegen waren het rumoerige dagen, voor de bevolking haar zin wist door te zetten. De overwinnenden scheepten zich in om met een jacht zelf de boodschap naar Den Haag te brengen en toen ze Bommel voorbij voeren, was ook hier het besluit genomen „waerby het Stadhouwderschap dezer Provintie, voor soo verre onse Stad aengaet erfelyk was verklaert" en den Prins verzocht zou worden de stadsregeering tot zijn genoegen te regelen. Zoo werden in 1749 enkele anti-prinsgezinde regenten vervangen en de magistraat was evenals voor 1703 weer oranjegezind. Hoe.wel na den dood van Willem IV in 1751 de regenten weer meer en meer hun oude leventje van familieregeerders op gingen vatten, kwam er een groote verandering door het opkomen van de Democraten, die aanvankelijk als Patriotten met de regenten samengingen, tegen de macht van den Prins. Maar toen diens macht steeds groeide en door den inval van den Koning van Pruisen, die zijn zuster prinses Wilhelmina te hulp kwam, in 1787 zelfs geheel hersteld werd, hadden de regenten de patriotten meestal verlaten en ook in Bommel werd weer eens gedreigd „de glazen in te slaan" en kwam men tot „geweldenaryen tegen de patriotten"; de regenten hadden geheel de zijde van den Prins gekozen. Maar in 1794 keerden de kansen weer, toen de Franschen de Republiek binnenrukten. Van den magistraat bleven slechts vier leden trouw op hun post, de overige sloten zich aan bij de algemeene vlucht, waarbij zelfs schoorsteenstukken en spiegels werden meegenomen naar Holland. Min of meer tegen zijn zin werd Bommel in orde gemaakt om den aftocht van de Republikeinsche troepen uit de Bom- melerwaard te dekken. De overgebleven leden van de stads- 107

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1944 | | pagina 127