om zich heen gegrepen en het afsmeltende lood van de spits maakte het hooger klimmen onmogelijk. Werkeloos stond de angstige menigte toe te zien, hoe de vlammen om zich heen grepen. Toen viel met een doffen slag de kruishaan aan den Zuidoostkant in den grond van 't kerkhof en dadelijk laaiden de vlammen nog heviger op. Het was al negen uur geworden, toen men de groote klok daarboven in de spits te midden van het vuur gloeiend zag hangen. Nog hoorden de verschrikt naar boven starende menschen haar negen slagen slaan, maar dadelijk daarop stortte zij met geweldig geraas naar beneden en bonsde neer op het gewelf, dat in het midden van den toren boven de andere klokken was aangebracht. En Gode zij gedankt: dit stuitte het geweld van haar val. Toen gelukte het enkelen moedigen om natte huiden op dit gewelf te brengen en zoo de vonken van het vallend houtwerk te doven, maar niemand kon verhinderen dat daar boven de toren „Schon uyt" brandde, terwijl „de Vlamme tot in den Morgenstond zig hemelhoog verhefte, zoodat die brandende Fakkel voor het omliggende Land eenige Mijlen in 't ronde den geheelen Nagt voor een vreesselijke Nagt- kaarse verstreckte". Gelukkig was de wind nog West en zwak, terwijl er weinig huizen achter de kerk stonden; hierdoor kwam het dat de stad zelf voor een catastrophe bewaard bleef. Godt heeft het versien alom Ende noch bewaert ons Kerk, om En voort de huysen daar rontom besluit de Bode uyt Bommel onder een goede kan bier in de Stadsherberg zijn fraai dichtwerk en „stelt het bijeen op het pampier" ter nagedachtenis aan de ontkroning van Bommels toren. Als gevolg van dezen brand maakte de magistraat stren gere nieuwe keuren, bedenkende dat niet altijd de om standigheden zoo gunstig zouden zijn. Reeds in 1631 en 1632 had zij er uitgevaardigd omdat „door de onachtsaem- heyt van eenige persoonen nu etlicke niael brandt geweest is, waerdoor gescapen grote verderffnisse, ende onheylen ontstaen". Nu bepaalde zij, in 1669, dat alle stroo-en rieten daken, mestvaalten, tuinen en heiningen van stroo, opge ruimd moesten worden. 104

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1944 | | pagina 124