regel der monniken van Sint Benedictus (480-543), die
een der voornaamste grondslagen was voor de Wester-
sche beschaving, bevat een hoofdstuk dat gewijd is aan
de gastvrijheid. Gasten ontbreken nooit in een klooster,
schreef Benedictus, en hij beval„alle aankomende gas
ten behooren te worden ontvangen als Christus, want
deze zal zeggen: ik ben gast geweest, en gij hebt mij
Fig. 10
ontvangen. En aan allen worde passende eer bewezen,
vooral aan de huisgenooten des geloofs en aan de pel
grims."
De ontwikkeling van het maatschappelijk leven heeft
de ontwikkeling van het herberg- of hotelwezen be
paald. In de provincie waren het de steden, die dat tot
een zekeren bloei brachten. Gedurende den bloeitijd
onder de Bourgondische vorsten, toen Brabant drukke
betrekkingen met het klassieke land van het goed logies
en de goede keuken onderhield, waren in de steden
logementen te vinden, die niet onderdeden voor de klas
sieke huizen van daarginds. Ook in de voorname dor
pen, waar de reizigers hun paarden wilden stallen en
61