38
De Praemonstratenser abdij van Averbode bewaart een
charter van het jaar ll72, waarbij Herbertus heer van
Heeze den hof van Sterksel met daarbij behoorende
gronden aan die abdij schonk. Hieruit blijkt dat Heeze
reeds voor de oudste geschiedenis van Noord-Brabant
beteekenis heeft. Dezelfde Herbertus schonk in October
1211 aan dezelfde abdij een derde van de tienden voor
de kapel bij den Sterkselschen hof. De hertog van Bra
bant Hendrik I bevestigde in 1220 deze schenkingen.
Behoorde Heeze toen aan Brabant? Klaarblijkelijk wel,
al was in het jaar 1203 bij een vredesverbond vastge
steld, dat de hertog van Brabant en de graaf van Gel
derland elkander als gelijkgerechtigd op het Huis te
Heeze beschouwden. Maar in 1206 was de dochter van
den Hertog getrouwd met den oudsten zoon van den
Graaf en hiermede is wellicht de moeilijkheid van
het gedeeld bezit opgelost. Jarenlang blijft de historie
duister, totdat Willem IV, heer van Hoorne en Altena
en van Heeze en Leende, in 1285 het patronaatrecht
van de kerken van Heeze en Leende schonk aan het
klooster Keizerbosch. Met de Hoornes kwam het Huis
te Heeze, dat toen Emerick heette, in de familie van
den Brabantschen hertog. De heeren van Hoorne ver
vulden voorname ambten in den lande. Arnout( ±1389)
was bisschop van Utrecht en daarna, in 1378, van Luik,
Jan van Hoorne was sedert 1419 drossaard van Bra
bant, werd kamerheer en opperbroodmeester van Jan
zonder Vrees en Philips van Bourgondië, en was admi
raal van de Hollandsche vloot tijdens het beleg van
Galais (1436). Philips van Hoorne, geboren in 1421,
trad op als stadhouder van Namen en legeraanvoerder.
Na den dood van Karei den Stouten verdedigde hij de
belangen van het Bourgondische Huis tegen de Vlaam-
sche steden. In het werk over „Nederlandsche kasteelen
en hun historie" (II, 215) schrijft dr H. van Gelder:
„Philips van Hoorne, een dier trotsche en schitterende
edelen, die het Bourgondische tijdperk in zoo grooten