27
de dorpelingen van een bepaalde streek in gemeen
schappelijk bezit of gebruik. Als een gevolg van den
aard van de Brabantsche bevolking kan worden aan
gemerkt, dat dit gemeenschappelijk bezit zich tot heden
in tal van dorpen heeft gehandhaafd. Hierdoor ontstond
een band tusschen de bevolking en den grond, want de
voordeelen van het grondgebruik kostelooze of goed-
koope beweiding, houtkap, strooiselhaling, heiplaggen-
haling, turfwinning bonden de dorpelingen aan hun
dorp, ook toen de steden met haar nijverheid begonnen
te lokken.
Uit de vele tientallen brieven van uitgifte van gemeen
ten mag hier (in Nederlandsche vertaling uit het oor
spronkelijk Latijn, dat de taal van de hertogelijke kan
selarij was) een van de oudste volgen, uit het jaar 1300,
waarbij de gemeente Nuenen in het bezit van haar gron
den kwam:
Wij, Johannes, bij de gratie Gods Hertog van Lotha
ringen, Brabant en Limburg, maken bekend aan allen,
zoowel voor heden als voor de toekomst, dat wij afge
staan hebben en bij dezen afstaan aan onze menschen
van onze dorpen van Nune en Gherwen een gemeente
tot hun gebruik, zich uitstrekkende van onze genoemde
dorpen af tot aan Novus Agger (de nieuwe wal) achter
Gherwen, eveneens van genoemde plaats tot den weg
achter Gherwen van den Bosch komende, van genoemde
plaats tot Kwedelberg, van genoemde plaats tot Colle
(het huis van Colle), van genoemde plaats langs den
loop van het daar vloeiende water tot de scheiding tus
schen ons en de nonnen van Hodonc, en van dezelfde
plaats tot Novus Agger achter Gherwen, zooals aan
onze menschen door Waltherus Goyart, onzen ontvan
ger te Den Bosch op dit oogenblik, is toegestaan, om
vrijelijk rte bezitten en te houden voor altijd, onder een
jaarlijkschen erfcijns van 20 Leuvensche solidi, welke
aan ons en onze erfgenamen betaald moeten worden
elk jaar op het feest van den Heiligen Remigius, terwijl