23
vonden. Er zijn oorden waar verschillende culturen
haar raakpunten vinden; ongetwijfeld behoort Brabant
hiertoe. De invloed van Ansfried werd in Utrecht de
oorzaak van de stichting van een Benedictijnenklooster
te Hoogenhorst bij Amersfoort: de abdij van Sint Sal-
vator. Op den wijdingsdag van deze abdij, 18 Novem
ber 1006, schonk hij haar verscheidene bezittingen in
Brabant: de helft van het bosch te Rumelo (Ruimel bij
Sint Michielsgestel), het vierde van het Vuchthout
(Vught) benevens de helft van tol en wissel aldaar.
Zoo werden Brabantsche dorpen verbonden aan het
verblijf van de geestelijken en de intellectueelen van
de middeleeuwen, - een band waarvan de cultureele
waarde onloochenbaar is.
Ook Utrecht wist Ansfried tegen de Noormannen te
verdedigen in 1009. „Hij heeft vele zegepralen behaald
en vele oorlogen gelukkig tot een eind gebracht, niet tot
onheil van de landzaten, maar tot verdelging van de
roovers", zegt zijn levensbeschrijver Alpertus. Op
3 Mei 1010 overleed de graaf-bisschop, wiens naam
zelfs in Noord-Brabant te weinig bekend is.
De dood van Ansfried beteekende voor Taxandrië het
einde van een eigen grafelijk bestuur. In het jaar 1012
maakte de graaf van Leuven zich onafhankelijk; de
keizer stelde geen graven meer aan over Taxandrië en
nu werden de kleine heeren allen tegelijk kleine vor
sten, de heeren van Heusden, van Herpen, van Breda
en Strijen, van Gemert, van Bern, van Maasmond, van
Vught, van Heeswijk, van Asten, van Loon op Zand,
al die heeren wier namen in de Brabantsche kasteel en
bewaard gebleven zijn. In naam en in schijn stonden zij
nog onder den hertog van Neder-Lotharingen, maar in
werkelijkheid begon ieder van hen eigen wetten te
stellen.
De graaf van Leuven, in wiens huis de hertogelijke
waardigheid van Neder-Lotharingen was overgegaan,
noemde zich nu voortaan hertog van Brabant. Niet te-