1006 stichtte hij te Vught een wisselhuis en vormde hij
er een tol plaats, hetgeen wijst op de herleving van den
koophandel onder zijn bewind. Ansfried was getrouwd
met een vrouw uit Noord-Brabant, Hilsundis gravin van
Strijen. Deze vrouw nam op 1 Juni 992 het besluit,
waarvan de akte bewaard gebleven is, kloosterlinge te
worden met haar dochter Benedicta. Zij had in haar
vrijgoed het dorp Thorn, in het graafschap Loos, een
kerk gebouwd, die zij begiftigde „met al wat de roem
rijke koning Zwentibold ons eertijds in mijn land van
Strijen had geschonken, te weten: de kerk van Strijen,
die gewijd is ter eere van de H. Maagd Maria; Strand-
berg, alwaar de zalige Gertrudis gewoond heeft en een
cel had, door den H. Amandus gewijd; het dorp Gille-
leijela (Gilse), het dorp Baerle met het altaar van Sint
Remigius, door mij gesticht; het kasteel Sprundelheim,
gelegen op den stroom Moerwater," enz. Zoo kreeg
de abdij van Thorn tal van verbintenissen met Noord-
Brabant, die eeuwenlang beteekenis hebben behouden.
Ansfried deed voor zijn gemalin niet onder: ook hij
begaf zich in den geestelijken stand. Na den doQd van
bisschop Boudewijn van Utrecht koos het kapittel Ans
fried tot zijn opvolger; aanvankelijk weigerde de uit
verkorene, maar zijn vriend bisschop Notger van Luik
bewoog keizer Otto III zijn leenman te,bevelen de be
noeming te aanvaarden en dit gebeurde in het jaar
995.
De merkwaardige figuur van Ansfried verdient hier
vooral de aandacht omdat deze man het eerst het ka
rakter van Noord-Brabant symboliseerde door zijn
werkzaamheid. Let eens op: er is verwantschap met
den Duitschen keizer, er is vriendschap met den bis
schop van Luik, er is sympathie voor hem in het Sticht,
want anders zou de geestelijkheid dezen man uit het
zuiden niet tot bisschop gekozen hebben. Het bemidde
lende karakter van Taxandrië heeft aldus reeds om
streeks het jaar 1000 in Ansfried een representant ge-
22