nen uit te vloeien. Dit is niet in alle landen het geval,
zelfs niet in gansch Nederland. In Brabant wèl. Ook dit
is een karakteristiek Brabantsch verschijnsel, dat vooral
aan de Meijerij van 's Hertogenbosch en de Baronie van
Breda in den loop der eeuwen een geheel eigenaardig
leven gegeven heeft. In de hoofdplaatsen vond het dorp-
sche wezen zijn uiting; het bepaalde mede het uiterlijk
van de stad, die niettemin haar familietrekken met Leu
ven, Antwerpen en Brussel verdoezelen wilde, noch
kon.
Daar staan de namen uit den grooten tijd van het her
togdom. Zij duiden meteen aan welke verdere betrek
kingen de Brabantsche dofpen onderhielden in den tijd
van hun jeugd. Daarginds zetelde de macht. Daarginds
ook bruiste het geestesleven waaraan zij deelnamen.
Langs die steden ging de wereld open voor degenen die
het dorpsleven vaarwel zegden om de wetenschap of de
kunst te dienen. Uit die cultuurcentra kwam iets mee
naar de Brabantsche dorpen wanneer hun zonen, na
volbrachte studie, het ouderlijk huis ^wilden weerzien.
En wat daar vandaan kwam, was meestal sterk en taai.
Veel ervan leefde lang, veel leeft nóg in het Noord-
brabantsche dorp.