Laat het zoo zijn. Het is immers goed, zóó. Men mag
van een streek, een gewest, een land houden als van een
bruid. Voor een bruid dicht men, zingt men; voor een
bruid arbeidt men; voor een bruid bouwt men goed en
fraai; voor een bruid heeft men moeite en inspanning
over, geld en goed; een bruid kleedt men en smukt
meneen bruid bewaakt en beveiligt en verdedigt men.
Ja, dat is allemaal goed. En wanneer het jonge geslacht
van boeren en burgers het wil, met innige genegenheid
en eerlijke liefde, met zuiver gevoel en diep begrip, en
vooral met geestdriftige toewijding aan het erfgoed van
het verleden, dan zal in het toekomstige Noord-Brabant,
in stad en dorp, veel blijven en veel worden dat „sa-
lich, - edel, - minlijck" is.
120
Geschreven in Noord-Brabant
in den derden oorlogswinter 1942—'43.