oude boerderij, ja, als de stroompjes die vroolijk en
glanzend langs de dorpen kabbelen en als de lindeboo-
men die honderden jaren de markt beschaduwen en
jaarlijks bloeien en geuren alsof zij onsterfelijk zijn.
Die bevolking heeft haar eigen feesten en haar treur
dagen, zij heeft haar eigen omgangsvormen en eigen
spelen, en er is zelfs eenige herleving daarvan te be
speuren. Diep in de volksziel leeft iets van de geschie
denis van het voorgeslacht: wat Brabant beleefd heeft,
zou bezongen kunnen worden in heldendicht en treur
dicht, maar het blijspel zou nooit ontbreken. Een stuk
van zijn kracht - en van zijn zwakheid is zijn humor.
In de eeuwen van verdrukking hebben de dorpelingen
het hoofd recht weten te houden, en dit was niet enkel
te danken aan hun wortelvast geloof, maar ook aan hun
onverstoorbare blijmoedigheid. Deze karaktereigen
schappen hebben haar bekroning gevonden in de erfe
lijke bereidheid tot levensaanvaarding die aan de meeste
menschen, in Brabant geboren en getogen, eigen was
en is.
In den bloeitijd van het hertogdom hebben de Braban
ders in de letters van den naam van hun gewest alle
eigenschappen vertolkt waarom zij zoo veel daarvan
hielden
Beata dat is salich
Regalis dat is conincklijck
Antiqua dat is oudt
Bona dat is goedt
Audax dat is coene
Nobilis dat is edel
Caritativa dat is in minnen ontfermhertich
Justa dat is rechtveerdich
Amabilis dat is minlijck.
Het jonge geslacht van heden grijpt terug naar deze
naieve verheerlijking, die het verliefdheidslied is van
een jeugdig en sterk volk.
119