LITERATUUR
Over het onderwerp „Nederland in de Prentkunst" is
tevoren geen samenvattende studie verschenen. Naar
oudere literatuur kan dus niet worden verwezen. De
aanteekeningen en de afbeeldingen in de verzameling
van den schrijver hebben als grondslag voor deze ver
handeling gediend. Voorts zijn de onderstaande werken
hem behulpzaam geweest.
148
WERKEN VAN ALGEMEENEN AARD
„Künstler-lexicon" van Thieme-Becker. Tot heden zijn 35 deelen
verschenen (1907—1942). De spelling der kunstenaars-namen is
naar deze uitgave gevolgd.
F. G. Waller: Biografisch woordenboek van Noord-Nederlandsche
graveurs ('s-Gravenhage, 1938). In dit werk wordt de artistieke
arbeid van de kunstenaars niet genoemd.
HOOFDSTUK I
Jan de Jong: Architektuur bij de Nederlandsche schilders vóór de
hervorming (Amsterdam, 1934). De schrijver geeft naast eenige
nieuwe vondsten, een samenvatting van alles wat in oudere lite
ratuur over dit onderwerp is verschenen. Behandelt uitsluitend de
schilderkunst.
Ph. Berjeau: Canticum Canticorum, reproduced in fac-simile
from te Schriverius copy in the British Museum (Londen, 1860).
J. Ph. Berjeau: Speculum Humanae Salvationis, le plus ancien
monument de la xylographie et de typographie reünies, reproduit
en fac-simile (Londen, 1861).
M. J. Schreden: Dutch and Flamish woodcuts of the fifteenth
century (Londen, 1925).
A. J. J. Deelen: Histoire de la gravure dans les anciens Pays-
Bas et dans les provinces-Belges (3 deelen, Parijs, 1924, 1934,
1935).
HOOFDSTUK II
Over de ontwikkeling van de geografie en kaartsnijkunst, uitvoe
rig in:
Dr. C. H. van Leeuwen, e.a.: Ontdekkers en ontdekkingen, blz.
220 v.v. (Amsterdam, z. j.).