78
dit ook bij houtvlotten werd gedaan; de voorkant is
als die der zoojuist genoemde beitelaken. Deze 17e-
eeuwsche plompe schepen noemde men doorgaans over-
landers (afb. 9), daar onze riviersteden, met Dor
drecht en Deventer in de eerste plaats, het eindpunt
Fig. 10. Klipper tegenwoordige tijd
der Rijnvaart vormden. Later veranderde dit in boven
landers, hetgeen stand hield zoolang er houten aken
bestonden en waarmede men niet alleen de Duitsche,
maar ook de in Nederland gebouwde aanduidde. De
voornoemde primitieve maaksels waren een soort op
zichzelf, want tezelfdertijd bestonden reeds zeer be
hoorlijke schepen. Aldus kennen wij de samoreus of
Keulenaar; samoreux was de Fransche benaming voor
een soort aak.
De Rijnschepen op Amsterdam voeren over den Vaart-
schen Rijn en de Vecht naar Muiden, verder over de